De meeste asielzoekers die in Nederland asiel aanvragen, krijgen een verblijfsvergunning. In 2023 gold dat voor ongeveer 62%. Je mag hier blijven als je in het land van herkomst gevaar loopt door oorlog, geweld of vervolging. Armoede, honger, natuurrampen en andere redenen leiden niet tot een verblijfsvergunning. Er zijn weinig aanwijzingen voor ‘bijstandstoerisme’. Veel migranten, vaak jong, blijken niet goed op de hoogte te zijn van onze sociale voorzieningen.

Medio 2024 verblijven er circa 69.500 mensen in de asielopvang in Nederland. Het grootste deel van de bewoners komt uit Syrië (40%) en daarna uit Turkije, Irak, Eritrea en Jemen. De asielzoekers uit deze landen hebben allen grote kans om een verblijfsvergunning te krijgen. Afgelopen jaar kreeg 82% van de asielzoekers uit Syrië, 68% uit Turkije en 71% uit Eritrea een verblijfsvergunning. Voor Jemen ligt dat percentage zelfs op 87%. Dat gaat over eerste asielaanvragen. Het COA vangt asielzoekers op, maar is niet verantwoordelijk voor de beoordeling van asielaanvragen. Dat is het werk van de IND.

In vergelijking met Europa krijgen asielzoekers in Nederland relatief vaak een verblijfsvergunning. In 2023 lag het zogenoemde inwilligingspercentage op 62%.* Het aantal asielaanvragen van alleenreizende jongeren groeit sterk en die aanvragen leiden vaak tot een verblijfsvergunning. Een deel van de bewoners in de asielopvang zijn naar Nederland gekomen om zich te herenigen met gezinsleden die al een verblijfsvergunning hebben gekregen (nareizigers). In 2023 kwamen er iets meer dan 10 duizend nareizende familieleden naar Nederland. 

*exclusief Dublin- en Veilige landen procedure

Eind 2023 zijn er ruim 100.000 geregistreerde vluchtelingen uit Oekraïne in Nederland. Voor vluchtelingen uit Oekraïne geldt een ander situatie dan asielzoekers. Zij krijgen tijdelijk bescherming in Nederland door de Richtlijn Tijdelijke Bescherming van de Europese Unie (RTB) en mogen tot 4 maart 2024 in Nederland blijven (de RTB is onlangs met een jaar verlengd). De zogenaamde derdelanders uit Oekraïne, dat zijn mensen met een tijdelijke vergunning in Oekraïne, vallen vanaf 4 september niet meer onder deze regeling. Deze groep gaat terug naar het land van herkomst of doorloopt de asielprocedure.

Asielzoekers uit veilige landen krijgen zelden een verblijfsvergunning. Veilige landen zijn relatief stabiele landen waar volgens de Rijksoverheid geen sprake is van vervolging vanwege bijvoorbeeld ras, geloof, foltering of onmenselijke behandeling. Op dit moment zijn Marokko, Tunesië, Georgië, Armenië en Ghana de vijf landen waar de meeste ‘veiligelanders’ in Nederland vandaan komen. In 2022 kwam ongeveer 5% van de asielzoekers die voor het eerst asiel aanvroegen uit een veilig land. In de asielopvang is het aandeel veiligelanders ongeveer 3%. De lijst van veilige landen verandert omdat de omstandigheden in landen veranderen, zoals bijvoorbeeld Algerije dat nu als niet veilig wordt beoordeeld. Ook verzoeken van asielzoekers die eerder al asiel aanvroegen in een ander Europees land en dat in Nederland opnieuw doen, worden afgewezen. Zij moeten terug naar dat Europese land om de procedure af te wachten. In 2023 (tot en met juni) is 26% (3.390 aanvragen) van de eerste asielaanvragen op grond van deze Dublinverordening afgewezen.