Deze kansrijke koppeling kan in 80% van de gevallen worden gevolgd. De koppelingssystematiek als zodanig is samen met medeoverheden vastgesteld. Mocht het voorkomen dat een gemeente onvoldoende koppelingen heeft gekregen voor de vastgestelde Taakstelling dan is inzichtelijk gemaakt hoeveel statushouders er in elk geval nog gehuisvest kunnen worden. 

14 weken tussen vergunning en huisvesting

Binnen 2 weken na het verkrijgen van de verblijfsvergunning wordt de statushouder gekoppeld aan een gemeente. Het COA verzamelt informatie om te bepalen welke gemeente het meest geschikt is. Gemeenten hebben na de koppeling 10 weken de tijd om woonruimte te vinden, maar door woningtekorten duurt dit in de praktijk vaak langer. Zodra een woning beschikbaar is, heeft de statushouder 2 weken om te verhuizen. Het tijdig huisvesten van statushouders is belangrijk voor de integratie. Hoe sneller zij kunnen starten met hun nieuwe leven, hoe eerder zij kunnen beginnen met inburgeren, het leren van de taal en het vinden van werk. Langdurig verblijf in de asielopvang belemmert hun kansen op succesvolle participatie. 

Gemeentelijke taakstelling en peildata

Elke gemeente krijgt van de Rijksoverheid 2 keer per jaar een taakstelling voor het aantal statushouders dat gehuisvest moet worden; de gemeentelijke taakstelling. Deze taakstellingen lopen van 1 januari tot 1 juli en van 1 juli tot 1 januari. De provincies houden toezicht op de huisvesting. Omdat gemeenten 3 maanden hebben om huisvesting te regelen, moet het COA op 1 april en 1 oktober alle te huisvesten statushouders gekoppeld hebben aan de gemeenten. 

Belang van tijdige koppeling 

Het is belangrijk dat het COA tijdig voldoende statushouders aan gemeenten koppelt, zodat gemeenten aan hun taakstelling kunnen voldoen. In de regel koppelt COA binnen 2 weken na vergunningverlening. Als er op 1 april of 1 oktober te weinig statushouders zijn gekoppeld, kan dit leiden tot achterstanden op de te huisvesten statushouders. In de praktijk kan het voorkomen dat -  door een tekort aan statushouders – het niet lukt de gehele taakstelling van een gemeente dicht te koppelen voor 1 april of 1 oktober. Echter, ook in dat geval  zijn er met de huidige achterstanden alsnog voldoende statushouders te huisvesten.

Nu gemeenten en provincies achterlopen op de taakstelling van dit jaar, en er inmiddels circa 16.000 statushouders langer dan 14 weken wachten op een woning, is het in alle gevallen mogelijk en van groot belang dat gemeenten hun inspanningen voortzetten om de gekoppelde statushouders zo spoedig mogelijk huisvesting aan te bieden. 

Koppeling van nareizigers 

Sommige statushouders hebben nog familieleden in land van herkomst die ook naar Nederland komen. De statushouder (referent) moet binnen 3 maanden na verkrijgen van de verblijfsvergunning een aanvraag doen voor de komst van eventuele familie. De IND heeft vervolgens 3 maanden de tijd om het verzoek in te willigen. Pas na de inwilliging koppelt het COA de nareizigers aan gemeente waar de referent zich bevindt. In de regel is de afgegeven inwilliging 3 maanden geldig, en komen de nareizigers binnen die periode naar Nederland. 

Het COA koppelt naast de statushouders ook de nareizigers zodra deze zijn ingewilligd door IND. Op deze manier is er zicht op het aantal mensen dat naar de gemeenten komt, zodat gemeenten hierop kunnen anticiperen. Veel gemeenten geven de voorkeur om pas huisvesting te regelen voor een statushouder wanneer zijn of haar familie, de nareizigers, ook in Nederland is. Dit verlengt onnodig – soms tot wel 2 jaar – het verblijf  van de statushouder in de opvang, wat hun integratie belemmert. 

Huisvesten referent nareizigers belangrijk

Momenteel zitten er ongeveer 7.800 referenten (de aanvrager van de gezinshereniging) langer dan de afgesproken termijn van 3 maanden in de asielopvang in afwachting van hun familie. Idealiter regelen gemeenten de huisvesting van de statushouder en wachten zij niet tot de familie arriveert. Hiervoor is de inzet van gedeelde (tijdelijke) woonruimte noodzakelijk, omdat woningbouwcorporaties woonruimte passend moeten toewijzen, en dus geen gezinswoning kunnen toewijzen aan iemand die tijdelijk als alleenstaand gezien moet worden. Een alternatief is de inzet van gemeentelijke doorstroomlocaties, waarvoor door het Rijk financiering beschikbaar is gesteld. 

Gekoppelde aantal nareizigers per provincie peildatum 1 oktober 2024

Provincie Nareizigers
Drenthe 114
Flevoland 111
Fryslan 116
Gelderland 706
Groningen 124
Limburg 284
Noord-Brabant 718
Noord-Holland 595
Overijssel 292
Utrecht 286
Zeeland 111
Zuid-Holland 904
Totaal 4361

Stand van zaken 1 oktober 2024

Lees hier het overzicht van het aantal koppelingen boven en onder de taakstelling op 1 oktober 2024. Hierin is te zien dat enkele gemeenten niet voldoende gekoppelde statushouders hebben om te voldoen aan de taakstelling. Daar staat tegenover dat andere gemeenten meer koppelingen hebben gekregen. Dit komt door de zogenoemde ‘kansrijke koppeling’. Dit zorgt ervoor dat gemeenten die al aan hun taakstelling voldoen, toch extra statushouders toegewezen kunnen krijgen, omdat dat de betrokken statushouder in die gemeente een betere startpositie geeft. Deze aantallen worden in de taakstellingsperiode die volgt, weer gecorrigeerd. 

Regievoerders COA

Per regio zijn bij het COA regievoerders aangesteld die zorgen voor de koppeling van de statushouders aan de gemeente. De regievoerder is dé contactpersoon voor de gemeenten en asielzoekerscentra (azc) in de regio en diverse andere partijen in de uitvoering (gemeenten, provincies en maatschappelijke instanties). Gemeenten kunnen in iedere fase van het proces contact opnemen met regievoerders om uitvoeringsvraagstukken op te lossen.