IntroMAP is een onderdeel van het programma Voorinburgering van het COA. Naast ‘Kennismaking met de maatschappij’ en ‘Nederlandse taallessen’ is IntroMAP een belangrijke stap om vergunninghouders te ondersteunen bij het vinden van vrijwilligerswerk. En uiteindelijk bij een betaalde baan. COA-programmamanager Roland Vos vertelt over de eerste ervaringen in asielzoekerscentrum (azc) Assen met IntroMAP. “Met introMAP gaan statushouders aan de slag met het verkennen van hun mogelijkheden op de arbeidsmarkt. IntroMAP sluit aan bij kennismaking met de maatschappij, het leren van de Nederlandse taal en externe leerwerkplekken.”

Bijdrage leveren aan de maatschappij

Als bewoners een verblijfsvergunning krijgen, dan is het de bedoeling dat ze zo snel mogelijk naar een gemeente verhuizen. Maar door de krapte op de huizenmarkt zitten mensen met een vergunning soms nog een jaar of langer in een asielzoekerscentrum. Roland: “We vinden het belangrijk dat ze die tijd zo goed mogelijk benutten, door hun zo goed mogelijk voor te bereiden. We laten ze kennismaken met de maatschappij, de Nederlandse gebruiken, normen en waarden en met praktische zaken als een zorgverzekering, werk en van het leren van de Nederlandse taal. Vervolgens is het belangrijk dat mensen zo snel mogelijk ook echt kunnen deelnemen aan de maatschappij en voelen dat ze onderdeel zijn van de samenleving. Voor iedereen is het fijn als je een positieve bijdrage kunt leveren. Of dat nu met vrijwilligerswerk is of met een betaalde baan.”

Wat zijn je talenten?

Belangrijk is dat de nieuwe inwoner een goed beeld heeft van zijn eigen talenten en vaardigheden. Daarom richt IntroMap zich onder andere op het maken van een goed cv en op doelen. “We maken met de deelnemers een overzicht van iemands sterke punten en waar nog winst is te behalen. Daarbij gaat het om beroepsmatige vaardigheden als timmeren, maar ook om sociale vaardigheden. Ben je vriendelijk? Kun je goed samenwerken? Daar laten we bewoners een lijst van maken. Zo krijgen ze zelf inzicht in hun talenten. We laten ze ook aan bijvoorbeeld een buurman vragen wat hun goede eigenschappen zijn. Dan presenteren ze hun cv en bespreken we samen hoe het bijvoorbeeld nog overzichtelijker kan. Ook maken we een Nederlandse of Engelse vertaling”, aldus Roland.

  • Statushouders tijdens een NT2-les
    Lessen Nederlands als tweede taal © Inge van Mill

Klussen op het Provinciehuis

De volgende stap is natuurlijk: echt aan de slag. Roland: “Wie al een burgerservicenummer heeft, kan ook betaald werk doen. Heeft iemand net een vergunning, dan ligt de focus op vrijwilligerswerk en het beheersen van de Nederlandse taal. Dat maakt de stap naar betaald werk kleiner. Hier in Assen kunnen mensen vrijwilligerswerk doen bij bijvoorbeeld een cultureel centrum. De Provincie Drenthe koppelt deelnemers aan klusjesmannen om op het Provinciehuis te werken en te leren. En inmiddels is een aantal bewoners ook bij een verzorgingshuis aan het werk als vrijwilliger, waar ze activiteiten organiseren. Bijkomend voordeel is dat statushouders daardoor ook buiten het azc de taal leren.”

Gemotiveerd

De overgrote meerderheid van de deelnemers in Assen doet goed mee met de kennismaking en met IntroMap. Roland: “Het werkt het beste als mensen al gemotiveerd zijn. Soms moeten ze even over een drempel heen, maar dan worden ze enthousiast”. Samen met de andere programmabegeleiders werkt Roland nu aan leerplekken bij externe projecten. Ook worden mensen gestimuleerd om zelf actief op zoek te gaan. Roland: “Naast het maken van een cv is er daarom ook aandacht voor het maken en uitbreiden van een netwerk. Daarbij kijken we naar wie ze al kennen, vanuit het azc, maar ook mensen van VluchtelingenWerk, docenten en externe contacten. Allemaal met het doel de afstand tot arbeidsmarkt veel kleiner te maken en makkelijker de stap te maken naar een betaalde baan.”