Puzzelen
“Als regievoerder koppel ik statushouders aan gemeenten. Dat is soms flink puzzelen. In het azc Almelo wachtte bijvoorbeeld een gezin met negen kinderen met smart op hun verhuizing. Zij wilden graag naar Enschede. Maar dat lukte niet. De gemeente Haaksbergen, 15 kilometer verderop, bedacht toen samen met een woningcorporatie een oplossing: twee huizen naast elkaar. Het ene huis voor de ouders met de minderjarige kinderen, het huis ernaast voor de rest van het gezin.”
Verwachtingen
“Vaak moeten we verwachtingen van asielzoekers bijstellen. Dat begint al zodra ze arriveren in Nederland. Veel asielzoekers willen in West-Nederland wonen en dan het liefst in een stad vanwege de goede voorzieningen, zoals werk, scholen en ziekenhuizen. Maar niet iedereen kan in een stad wonen, asielzoekers worden volgens afspraken verdeeld over Nederland.”
Criteria
“Op basis van harde en zachte criteria kijkt een COA-medewerker daarom in welk azc een asielzoeker wordt geplaatst. Woont er al eerstegraadsfamilie in Nederland? Is er al een bestaand arbeidscontract? Welke opleiding en werkervaring heeft iemand en wat zijn de ambities? Heeft iemand medische behandelingen nodig? We proberen asielzoekers op te vangen in de buurt van de plek waar ze later kunnen wonen en werken. Dat bevordert de integratie.”
Wensen
“Mijn werk begint wanneer een asielzoeker een statushouder wordt. Dan krijg ik een seintje en probeer ik binnen twee weken een bewoner te koppelen aan een gemeente in Overijssel. Daarvoor verdiep ik me eerst in het dossier van de vergunninghouder. Ik houd daarbij zoveel mogelijk rekening met zijn wensen en kijk naar dezelfde harde en zachte criteria als bij de plaatsing in het azc. Ook maak ik een inschatting van de integratiekansen in een woonplaats.”
Taakstelling
“Bij de koppeling houd ik ook rekening met de door het Rijk opgelegde taakstelling van een gemeente. Iedere gemeente moet vergunninghouders huisvesten. Hoeveel dit er zijn, hangt af van het aantal inwoners. Stel dat ik een bewoner het liefst aan Enschede wil koppelen omdat hij vaak naar een gespecialiseerd ziekenhuis moet, maar Enschede heeft al aan zijn taakstelling voldaan… Dan koppel ik hem aan een woonplaats op maximaal 50 kilometer afstand van Enschede en met een goede busverbinding naar de stad.”
Draai gevonden
“Ik maak altijd weloverwogen een match. Dat betekent niet dat bewoners altijd tevreden zijn. Ook nu moeten we vaak verwachtingen bijstellen. Zo heb ik een bewoner gekoppeld aan het dorp Raalte. Zelf wilde hij dolgraag 25 kilometer verderop wonen, in Zwolle. Hij was ontzettend teleurgesteld. Uiteindelijk heeft hij toch helemaal zijn draai gevonden in Raalte. Nu is hij de trotse eigenaar van een supermarkt in het hartje van het dorp. Zijn succesverhaal heeft zelfs het AD gehaald.”
Aanbod
“Nadat ik mijn koppeling heb gemaakt, gaat een gemeente op zoek naar een woning. Wij willen dat bewoners binnen 12 weken kunnen verhuizen, maar vaak duurt het langer. Gemeentes hebben niet altijd voldoende sociale huurwoningen. En als die er wel zijn, is het aanbod niet altijd passend. Vooral huizen voor alleenstaanden onder de 23 jaar, grote gezinnen of gehandicapte bewoners zijn een uitdaging.”
Bezoek
“Om gemeentes te helpen bij het vinden van passende woningen, ga ik regelmatig bij hen op bezoek. Dat is goed voor de relatie. En tijdens die overleggen bespreken we ook knelpunten en ik denk mee over oplossingen. Steeds vaker schuiven bij deze overleggen ook VluchtelingenWerk en woningcorporaties aan. Dat werkt heel goed. ‘Oh, dat regelen wij wel,’ hoor ik dan vaak.”
Koffie
“Overleggen, onderhandelen en netwerken is essentieel voor dit werk. Daarmee kun je veel bereiken. Zo wilde ik eens een groep jonge, alleenstaande asielzoekers koppelen aan het stadje Rijssen. Volgens de contactpersoon die ik belde, zou dat lastig worden vanwege een woningtekort. ‘Binnen een week ben ik bij je, reageerde ik. ‘Staat de koffie klaar?’ Ook de wethouder schoof aan en toen heb ik stapsgewijs uitgelegd hoe zo’n koppeling tot stand komt, met welke dilemma’s wij te maken hebben en wat mijn rol daarin is. Dit verhelderde veel voor de wethouder. Aan het eind van het overleg zei hij: ‘Je kunt op ons rekenen.’ Rijssen gaat nu jonge, alleenstaande statushouders huisvesten.”
Sanaa Steenbeek begon in 1999 bij het COA. In 2012 startte ze als regievoerder voor de provincie Overijssel.
Dit verhaal is gepubliceerd in januari 2020.