“Als medewerker amv werk ik in een kleine woonvorm. Hier wonen maximaal 20 jongeren. De meesten zitten in de verlengde asielprocedure of hebben een afwijzing gekregen. We begeleiden hen met praktische zaken, maar we voeren ook gesprekken. En we stellen een begeleidingsplan op. Daarin ligt de nadruk altijd op zelfstandigheid. Samen kijken we naar de toekomst. Omdat ik pedagogiek heb gestudeerd ligt deze doelgroep me. Ik wilde sowieso met jongeren werken. En ook het werken met mensen uit verschillende culturen spreekt me aan.”

Dynamisch werk

“Wat ik vooral leuk vind aan dit werk, is dat het zo dynamisch is. De ene dag verloopt alles soepel, maar de volgende dag kun je te maken krijgen met een incident. Dat kun je van tevoren nooit helemaal inschatten. Het is afhankelijk van de sfeer in de groep. Ik werk nu vijf jaar bij het COA en heb op vier verschillende locaties gezeten. Daardoor heb ik veel mensen leren kennen. Ook heb ik in die tijd erg veel geleerd. Toen ik bij het COA begon, was ik 25 en net afgestudeerd. Ik heb mezelf sindsdien heel snel ontwikkeld. Hierdoor heb ik mijn pedagogische kennis, zoals gesprekstechnieken, kunnen toepassen in de praktijk.”

Eigen inbreng

“Je moet daadkrachtig zijn en sterk in je schoenen staan. En er is ruimte voor je eigen creativiteit. Als je je ideeën uitspreekt, kun je daar vaak ook echt iets mee te doen. Waar ik het meest trots op ben is de opening van de procesopvanglocatie voor amv (poa) in Leersum. In een jaar tijd heb ik samen met een aantal collega’s de locatie opgezet, inclusief een heel nieuw team. Tijdens dit project had ik het gevoel dat ik echt van waarde was. Helaas bestaat de locatie ondertussen al niet meer, maar we hebben het met het team ook netjes afgesloten.”

Toekomst

“Het werk van een medewerker amv is mooi: je levert een bijdrage aan het leven van ontheemde jongeren. Samen kijk je hoe hij of zij aan de toekomst kan werken. Dat kan lastig zijn, bijvoorbeeld als iemand weet dat hij geen verblijfsvergunning krijgt. Er is één moment dat ik nooit meer vergeet. Ik werkte toen nog in Wageningen en we hadden de bewoners net verteld dat de locatie zou sluiten. Dat betekende dat ze moesten verhuizen. Een van hen was heel ontdaan door dit nieuws. Net op dat moment belde zijn voogd met goed nieuws: hij had een verblijfsvergunning gekregen! De reactie van die jongen was zo mooi, zijn emoties waren zo echt, dat ga ik niet meer vergeten. Die positieve verhalen vind ik het mooiste aan mijn werk.”