Waarom kreeg jij eind vorig jaar het jeugdlintje?
‘Het COA had mij voorgesteld voor het lintje, omdat ik veel vrijwilligerswerk deed in azc Harderwijk. Eind 2020 begon ik met tolken en zo hielp ik mensen om hun mening te uiten en vragen te stellen. Ik merkte dat mensen niet alle vragen durfden te stellen. Ze zeiden: ‘Abel, word ik dan niet uit het azc gestuurd?’ Dan zei ik: ‘Natuurlijk niet, in Nederland mag je juist kritisch zijn!’ Na een tijdje dacht ik: als mensen de taal niet spreken, blijven ze afhankelijk van mij. Daarom ging ik basaal Nederlands geven in het azc.’
Dit jaar kreeg je de titel ‘vertegenwoordiger van de Harderwijkse jongeren’ en ga je met de burgemeester mee naar speciale gelegenheden
‘Ik word bij gelegenheden altijd voorgesteld met: ‘Dit is Abel, hij zorgt voor meer verbinding tussen azc-bewoners en inwoners van Harderwijk.’ Op 24 maart mocht ik mee naar de start van het herdenkingsjaar ‘450 jaar Nederland’ in Brielle. Bij de herdenking gaat het om vier v’s: vrijheid, verdraagzaamheid, verbondenheid en verscheidenheid. Over die thema’s gingen we in gesprek met koning Willem Alexander. De koning vroeg aan mij waarom mijn asielprocedure zo lang duurde. Maar dat wist ik natuurlijk zelf ook niet. In maart was mijn situatie nog onduidelijk en uitzichtloos.’
Je werkt met andere jongeren uit Europa aan een manifest over vrede. Hoe is dat idee ontstaan?
‘Dat ontstond een paar maanden geleden tijdens een internationaal Hanze-evenement in de stad. Ik hield een TED-talk voor Europese jongeren, over mijn persoonlijke ervaring met vrijheid. Ik ben eind 2015 gevlucht uit Irak. Als je iedereen die je kent achterlaat en naar een vreemd land gaat, is dat vrijheid? Als je zes jaar in een uitzichtloze situatie zit, is dat vrijheid? Na de TED-talk ging ik met jongeren in gesprek over de vier v’s en aan het eind besloten we samen een manifest over vrede te schrijven.’
Je vluchtte op je 14e uit Irak. Kun je daar iets over vertellen?
‘Ik had een fijn leven in Irak, in een mooi gezin. We waren met z’n vijven: mijn vader, moeder en drie jongens. Ik was de jongste. Eind 2014 brak de oorlog uit en kwam IS ons dorp binnen, wat voor veel onveiligheid en angst zorgde. Mijn oudste broer vluchtte naar Turkije en IS dwong mijn andere broer om zich bij hen aan te sluiten. Hij weigerde dat. Ze hebben hem opgepakt en een week later was hij dood. Ze bedreigden mijn ouders: als ik me niet zou aansluiten, zou mij hetzelfde overkomen. Toen zeiden mijn ouders: ‘Jij moet hier echt weg.’ Ze verkochten alle meubels en betaalden smokkelaars om mij naar een veilige plek te brengen.’
In Nederland werd je opgevangen in een Nidos-huis.
‘Omdat ik zo jong was, zat ik eerst in een pleeggezin in Heerenveen en op mijn 16e verhuisde ik naar een kwe-huis van Nidos in Arnhem. Ik kreeg een verblijfsvergunning, maar die werd weer ingetrokken toen ik gezinshereniging aanvroeg. Waarom? Dat is bijna niet uit te leggen, de asielprocedure is hartstikke complex. Ik kreeg de mededeling: ‘Voor je 18e moet je het huis verlaten.’ Dat was heftig. Ik kreeg een zwaar cadeau op mijn verjaardag: de illegaliteit ingaan. Ik moest van de overheid het land uit, maar zat twee jaar ondergedoken. In december 2020 deed ik een herhaalde asielaanvraag en toen kwam ik in azc Harderwijk terecht.’
In augustus dit jaar kreeg je alsnog een verblijfsvergunning.
‘Ik ben blij met mijn verblijfsvergunning, maar het duurde wel zes jaar voordat ik die kreeg hè? Daar kan ik niet heel vrolijk over doen. Het heeft veel tijd en energie gekost. Ik mocht zes jaar niet werken en studeren. In het kwe-huis ging ik een jaar naar de ISK en daarna kreeg ik mbo-advies. In Irak zat ik op het gymnasium en hier kreeg ik kookles. Ik zat niet op mijn plek en was echt niet gelukkig. Toen ik eind 2020 naar het azc ging, kon ik een tijdje ‘zwart’ studeren aan de universiteit van Utrecht. Ook dat was niet makkelijk, want ik had geen status en moest me voor elk blok opnieuw aanmelden.’
Je gaf al die tijd niet op. Waar komt die drive vandaan?
‘Ik haal het beste uit het slechtste, dat heb ik van mijn ouders geleerd. Hard werken stond centraal in ons gezin. Daarom ben ik eind 2020 gaan tolken en vrijwilligerswerk gaan doen. Maar ik heb de afgelopen jaren geleerd om geduldig te zijn. Ik wacht nu op woonruimte in Harderwijk, maar heb geen haast. Toen ik mijn verblijfsvergunning kreeg en me inschreef op de universiteit, was ik net te laat. Dus ook daar moet ik op wachten. Maar ik heb goed nieuws: ik heb gesolliciteerd bij de gemeente Harderwijk en bel je nu vanuit het gemeentehuis. Ik ben ambtenaar geworden!’
Wat hoop je voor de toekomst?
‘Ik wil het maximale uit mezelf halen. Bij de gemeente ben ik trainee beleidsondersteuner en dat mag ik volgend jaar combineren met een studie. Ik hou me bezig met de thema’s burgerschap, laaggeletterdheid, inburgering, zorg en welzijn. Mijn ambitie is vooral dat nieuwkomers en toekomstige Nederlanders de taal beter spreken.
De komende jaren kan ik niet terug naar Irak. Ik kan ook geen gezinshereniging aanvragen, omdat de familieband na 7 jaar officieel is verbroken. Ik bel elke maand een kwartier met mijn ouders. Ik wil niet dat ze zich zorgen maken en zeg altijd: ‘Alles gaat goed, ik doe mijn best.’
Dit verhaal is eerder gepubliceerd in VreemdelingenVisie november 2022.