"Ik was 15 en op weg naar school toen ik werd ontvoerd en naar een militair trainingskamp werd gebracht", begint Abu Hamdan zijn verhaal. Het is dan 1998 en Abu woont op dat moment met zijn ouders en 5 broers en 5 zussen in een stad in Noord-Soedan. "In Zuid-Soedan was oorlog. Rebellen vochten daar tegen het regime van de president van Soedan, een dictator. Zij wilden dat Zuid-Soedan onafhankelijk zou worden. Veel mensen weigerden tegen de rebellen te vechten, dus haalde het regime jongeren van straat om ze naar de oorlog te sturen. In het trainingskamp moest ik leren vechten en met wapens omgaan. Na 3 maanden brachten de militairen mij met een helikopter naar Zuid-Soedan.”

Dorpen ‘bewaken’

Het regime dwong groepen jongeren de door het leger ingenomen dorpen te ‘bewaken’. “Standhouden, noemde het leger dat”, vertelt Abu. “De militairen veroverden de dorpen en trokken dan verder. Onze taak was de veroverde situatie in stand te houden. Wij trokken in wisselende groepen van dorp naar dorp.” Ondertussen wist Abu’s familie van niets. “Ik had geen contact. Er waren geen telefoons.”

Vluchten

“In de oorlog dachten we alleen maar aan de toekomst, aan naar school gaan. Na een paar maanden ontmoette ik in een van de dorpen een oudere jongen. Hij zei dat hij een manier wist om te vluchten. Zodra er een geschikt moment zou komen, zouden we direct moeten gaan, vertelde hij. Dat moment kwam en we renden met 23 jongeren tegelijk het dorp uit. Na een paar kilometer lieten we onze wapens achter en liepen we 60 kilometer naar de grens met Kenia. De politie van Kenia ving ons op en bracht ons naar een vluchtelingenkamp van de Verenigde Naties.”

  • Abu Hamdan sluit een deur in een azc
    © Ger Loeffen

Vluchtelingenkamp

Abu kon aan niets anders denken dan aan zo snel mogelijk contact leggen met zijn familie, maar dat kon niet. Het risico dat zijn verblijfplaats door het regime van de president zou worden onderschept, was te groot. Hij verbleef uiteindelijk 7 maanden in het vluchtelingenkamp in Kenia. “Daar vertelden ze mij: ‘We brengen je naar een veilige plek, naar Nederland. Daar kan je je school afmaken.’” Pas in Nederland had hij voor het eerst contact met zijn ouders. “Mijn familie juichte en huilde van blijdschap. In 2006 kreeg ik een paspoort en kon ik eindelijk naar ze toe.”

Traumabehandeling

Net aangekomen in Nederland, kwam de inmiddels 16-jarige Abu in een opvangcentrum van het COA in Leiden. Daarna woonde hij onder begeleiding samen met andere gevluchte jongeren in een kleine wooneenheid (kwe). De eerste jaren ging hij 2 dagen per week naar school en kreeg hij de andere 3 dagen traumabehandeling. School was dan een fijne afleiding, vertelt Abu.

Uiteindelijk lukt het Abu om de opleiding Sociaal Pedagogisch Werk af te ronden. Hij woont enige tijd in Delft, waar hij in de gehandicaptenzorg werkt. In 2010 verhuist hij naar Roermond, waar hij gaat samenwonen met zijn huidige vrouw. Daar werkt hij 12 jaar in een Puma-winkel in Designer Outlet Roermond.

In 2022 besluit Abu zich verder te ontwikkelen en te doen waar hij goed in is: zich inzetten voor anderen. Hij solliciteert bij het COA en wordt aangenomen. “In de retail werk je ook met mensen, maar ik wilde iets terug doen voor mensen die zijn gevlucht. Ik ben als vluchteling gekomen; ik kan deze mensen helpen. En ik ben een sociale jongen.”

Kansen grijpen

Als woonbegeleider (in opleiding) vertelt Abu bewoners hun kansen te grijpen. “Ik zeg tegen ze: ‘Ga niet op je kamer zitten wachten op de beslissing over je verblijfsvergunning; pak taken in het azc op, doe vrijwilligerswerk, leer de maatschappij kennen.’” Het werk past bij hem: “Ik ben veel met bewoners bezig. Ik ga bij ze langs, we drinken koffie en praten met elkaar.” Van collega’s hoort hij dat het lijkt alsof hij al jaren bij het COA werkt en bewoners vinden dat hij goed luistert. Missie geslaagd dus.

Persoonlijke ervaringen

Abu heeft zijn trauma goed verwerkt. “Ik ben Nederland dankbaar. Ik heb heel goede begeleiding gekregen. Mensen hebben mij echt geholpen en ik heb mijn best gedaan om van waarde te zijn.” Hij vindt het dan ook niet erg om over zijn ervaringen te praten. Toch vragen bewoners daar niet naar. “Onze bewoners zijn met hun toekomst bezig en ze zien mij als iemand die al langer in Nederland woont. Ze willen vooral dingen weten over de Nederlandse maatschappij – wanneer ze kunnen werken, wanneer ze een huis krijgen.”

Open azc dag

Voordat we het gesprek afronden heeft Abu nog een nabrander: “Ik zou willen dat mensen met andere ogen naar vluchtelingen en asielzoekers gaan kijken. De maatschappij heeft een slecht beeld van hen. Daarom vind ik de Open azc dag een goed initiatief. We kunnen laten zien hoe het echt is in een azc. Mensen uit de buurt zien hoe onze bewoners uit verschillende landen en met verschillende achtergronden wonen. Zij kozen er niet voor om naar Nederland te komen. Ze zijn gevlucht met een reden. En ze zijn nu hier, in een ander land, met een andere cultuur. Voordat ze zich gaan aanpassen hebben ze begeleiding nodig. En daar zijn wij voor.”

Open azc dag 2023

Zaterdag 23 september is er weer een Open azc dag. Bijna alle azc-locaties openen hun deuren voor omwonenden en andere bezoekers.

We nodigen jou uit om asielzoekers te ontmoeten en met hen in gesprek te gaan. Er worden rondleidingen, workshops en kinderactiviteiten georganiseerd. Daarnaast kunnen medewerkers en bewoners meer vertellen over activiteiten en programma’s binnen en buiten het azc.

Deze locaties doen mee aan Open azc dag 2023