Het betekent dat op korte termijn geen extra opvangplekken nodig zijn, bovenop de bestaande opvangcapaciteit en de plekken die nu nog worden gerealiseerd. Dit hebben minister Blok (BZK), staatssecretaris Dijkhoff (VenJ), Rijksheren, IPO en VNG donderdag 8 september tijdens de vergadering van de landelijke regietafel besproken.
De werkwijze van landelijke- en regionale regietafels heeft de afgelopen periode goed gewerkt. De komende maand bespreken provincies, gemeenten en het COA aan de regionale regietafels welke opvangcapaciteit nu beschikbaar is, wat het perspectief is voor plekken die niet op korte termijn nodig zijn en hoe afspraken voor de toekomst kunnen worden gemaakt. Door de verminderde asielinstroom is meer ruimte gekomen voor maatwerk per gemeenten.
Tijdens de vergadering van de landelijke regietafel is verder afgesproken op regionaal niveau te inventariseren in welk stadium de huidige (plannen voor) opvangplekken zijn en wat de gevolgen zijn als deze worden stopgezet. “We zullen per situatie en mét lokale bestuurders moeten bekijken wat verstandig is; doorpakken of stoppen”, aldus Bruls, burgemeester van Nijmegen en vertegenwoordiger van de VNG.
De ontwikkeling van de asielinstroom blijft echter onzeker. Daarom is het verstandig om met elkaar afspraken te maken voor het geval de instroom de komende jaren weer toeneemt. “Want niemand wil een herhaling van de crisissituatie van 2015, toen we in allerijl met elkaar opvangplekken moesten realiseren”, aldus staatssecretaris Dijkhoff.
Opvangplekken kunnen ook op een andere manier worden ingezet, zoals voor de huisvesting van statushouders, al dan niet tijdelijk via het zogeheten Gemeentelijk Versnellingsarrangement (GVA). Deze opties worden per gemeente besproken.
Tijdens het Overhedenoverleg op 27 november 2015 hebben kabinet en decentrale overheden ‘schouder-aan-schouder’ afspraken gemaakt over opvangplekken voor asielzoekers en huisvesting voor vergunninghouders. Hier is door alle partijen, met name gemeenten, hard aan gewerkt. Staatssecretaris Dijkhoff: “Ik vind het heel goed hoe het afgelopen jaar is gegaan. Dat we over een heel moeilijk en politiek gevoelig onderwerp, bestuurlijk goede afspraken hebben kunnen maken”.