Waarom is de htl nodig?
“In de htl vangen we bewoners op die in andere asielzoekerscentra voor ernstige overlast hebben gezorgd. Met de htl zorgen we er dus vooral voor dat collega’s, andere bewoners en de omgeving van andere asielzoekerscentra worden ontlast. Ik loop aan het einde van de dag nog wel eens door het reguliere azc van Hoogeveen. Dan zie ik kinderen lekker in de gangen spelen en denk dan: daar doen we het voor! Verder denken we dat we met deze strenge opvanglocatie Nederland minder aantrekkelijk maken voor mensen die misbruik willen maken van ons asielsysteem.”
De htl vangt dus alleen overlastgevers op?
“Ja. We hebben bewoners die snel inzien dat ze over de schreef zijn gegaan. Zij kunnen soms alweer na vijf tot acht weken terugkeren op een normaal asielzoekerscentrum (azc). Verder zijn er bewoners die op den duur openstaan voor de begeleiding en uiteindelijk een gedragsverandering laten zien. Maar er blijft ook zeker een groep bewoners over die nergens voor openstaat. Deze bewoners reageren alleen maar goed op duidelijke regels en strenge handhaving. Alle bewoners volgen het verplichte programma met vaste eetmomenten, twee keer per dag meldplicht, trainingen, zelfwerkzaamheid, individuele gesprekken en sportmomenten.”
De htl heeft 110 bewoners opgevangen. Waarom heeft daarvan de helft de opvang verlaten?
“We voeren in de htl een streng regime, maar het is geen gevangenis. Als een bewoner de htl wil verlaten, dan kan dat. Maar hij is dan niet meer welkom in een gewoon azc. De weglopers verblijven waarschijnlijk bij bekenden in hun netwerk of vertrekken naar het buitenland. Dat deze bewoners MOB (met onbekende bestemming, red.) gaan, is niet nieuw. In de voormalige ebtl zagen we soortgelijke MOB-cijfers. Daarnaast is een kwart van de geplaatste bewoners succesvol teruggekeerd naar een normaal azc. Slechts een enkeling heeft het daar weer zo bont gemaakt dat we hem weer terug in de htl konden verwelkomen.”
Waarom werd de ebtl een htl?
“De pilotperiode van de ebtl liep af. De gemeente Hoogeveen wilde de ebtl niet verlengen, maar was wel bereid met het COA mee te denken over de opvang van overlastgevende asielzoekers. Door de ervaringen met de ebtl legde de gemeente wel een aantal wensen bij de staatssecretaris neer. Bijvoorbeeld dat we de bewegingsvrijheid voor bewoners maximaal beperken, dat we geen bewoners met psychiatrische problematiek opvangen, en dat de inzet van de plaatselijke politie beperkt blijft. Begrijpelijke wensen waaraan we voldoen.”
Wat is er precies veranderd?
“Bewoners mogen alleen nog maar in het gebouw en de buitenruimte verblijven. Ze mogen dus niet meer naar winkels lopen of naar andere plekken in de gemeente. Op de locatie komt elke week een rijdende winkel, waar bewoners bijvoorbeeld snoep en sigaretten kunnen kopen. Elke noodzakelijke beweging naar bijvoorbeeld een advocaat of een ziekenhuis vindt onder begeleiding plaats. Er is in de htl dus eigenlijk sprake van maximale vrijheidsbeperking binnen de wettelijke mogelijkheden. Als een bewoner toch de opvang wil verlaten, wordt hij begeleid tot over de gemeentegrens. Meldt hij zich in Ter Apel, dan gaat hij terug naar de htl.”
Hoe ziet jouw team eruit?
“Naast COA-medewerkers beschikken we in Hoogeveen ook over personeel van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Zelf kom ik ook van DJI en ben nu deels gedetacheerd bij het COA. We hebben 16 collega’s van DJI en 21 van het COA. De wisselwerking tussen COA- en DJI-collega’s gaat heel goed. DJI’ers leren veel over het begeleiden van bewoners en de COA-collega’s over beheersbaarheid en begrenzen.”
Wat zijn de ervaringen nu de htl een halfjaar open is?
“Door de beperkte bewegingsvrijheid ondervinden omwonenden en winkeliers in Hoogeveen geen overlast meer van onze bewoners. Ook binnen in de htl is het goed te doen. Er zijn heus wel incidenten, maar we zijn voldoende toegerust om het beheersbaar te houden.”
Wanneer is de htl in jouw ogen een succes?
“Eigenlijk liep de ebtl de laatste driekwart jaar al goed. Dat hebben we voortgezet. We zijn steeds beter geworden in de-escalerend optreden en het aanpakken van ongewenst gedrag. De samenwerking in de keten verloopt ook beter, waardoor het vaker lukt om de procedures te versnellen van iedereen die hier terechtkomt. De puzzelstukjes vallen dus sneller in elkaar. Extreme gevallen krijgen echt prioriteit. Er wordt dus ook vanuit de htl méér én sneller teruggekeerd. Dat succes moeten we voortzetten.”