“Bewoners van onze opvanglocaties moeten iets te doen hebben. Dat willen ze ook. Actieve bewoners zijn positiever”, zegt huismeester Roel Knijnenburg. In Ter Apel is hij verantwoordelijk voor de zelfwerkzaamheid. Dat zijn alle klussen binnen en buiten het azc die bewoners voor een kleine vergoeding uitvoeren. “We hebben meer dan honderd bewoners aan het werk. Maar er staan ook vijftig op de wachtlijst. Dat is me een doorn in het oog. We zijn dus altijd op zoek naar nieuwe werkzaamheden.”

  • alt=""
    © COA

Niet te missen: job office

“Vorig jaar klopte de organisatie van Wereld Dans- en Muziekfestival SIVO bij ons aan”, vertelt Roel. “Ze hadden een schreeuwend tekort aan vrijwilligers. Toen hebben wij vijftig enthousiaste bewoners geleverd. Bezoekers aan het festival vonden dat prachtig. Onze bewoners hebben met hun inzet niet alleen het festival gered, maar ze hebben ook zelf opgetreden met Syrische dans! Ik heb toen wel wat traantjes gelaten.”

'JOB OFFICE' staat op een groot bord van een klein dienstgebouw in het hart van opvanglocatie Ter Apel. Het bord is niet te missen. Dat gold ook voor Shahroze, een Pakistaanse jongeman met een bachelor in bancaire diensten: “Ik kwam hier aan en wist niet wat ik kon doen. Toen zag ik dat bord en dacht: daar moet ik me melden. Dat deed ik. Ik kon aan de slag als host.”

  • 2 Job office.jpeg
    © COA

Blauwe hesjes, blauwe paraplu's

Toen er nog honderd bewoners op Roels wachtlijst stonden, kwam hij met het idee om het host team op te zetten. “Op onze locatie komen nieuwe asielzoekers aan. Ze hebben veel meegemaakt, vaak een lange reis achter de rug en ze zijn dus ontzettend moe. Voorheen werd er gezegd: pak je spullen en ga naar gebouw B. Dat is een behoorlijk eind lopen. Vaak door weer en wind. Nu worden nieuwe bewoners door één van onze 25 hosts begeleid. Van 9.00 tot 21.30 uur staan ze in shifts klaar, herkenbaar aan hun blauwe hesjes en blauwe paraplu's. Ze helpen met de bagage en beantwoorden de eerste prangende vragen, vaak in de eigen taal. Ze zorgen voor een bakkie koffie en geven de kids een presentje. Je ziet nieuwe bewoners een zucht van verlichting slaan. Ze ontspannen. Zo'n ontvangst door onze hosts is voor nieuwe bewoners een zegen.”

'Goedemorgen'

In het job office hangen de muren vol foto's en krantenknipsels van allerlei activiteiten waaraan de bewoners van het azc een bijdrage hebben geleverd. De balie is open. 'Goedemorgen', klinkt het uit vele monden. Roel: “We spreken hier Nederlands met elkaar totdat we er niet meer uitkomen. Pas dan stappen we over op het Engels.”

Op een standalone-computer in het job office zit een bewoner in rolstoel roosters te maken. “Toen de wifi hier op het terrein onlangs was verbeterd, moesten we alleen nog de nieuwe toegangscodes met de bewoners communiceren. Maar onze jongens hadden allang die codes uitgeprint en overal opgehangen”, vertelt Roel met enige trots. “Bewoners kunnen zo veel als we ze maar vertrouwen geven. De assitenten van het job office openen en sluiten zelf. Er is in de ruim anderhalf jaar dat het job office bestaat nog geen pen verdwenen.”

  • alt=""
    Bewoners van opvanglocatie Ter Apel desinfecteren winkelwagens in plaatselijke supermarkten © COA

Goedkoper dan de aannemer

Op de balie van het job office ligt een inschrijfformulier. De keuze uit de verschillende werkzaamheden is groot. Binnen het azc kunnen bewoners onder meer aan de slag bij het groenonderhoud, de schoonmaak, als beheerder van diverse ruimtes of als host. “Inmiddels hebben we zelfs bewoners die koffie en thee langsbrengen bij alle harde werkers. En een aantal bewoners van de vbl (vrijheidsbeperkende locatie) schildert momenteel de recreatiezaal. Dat doen ze goed en het is een stuk goedkoper dan de aannemer”, zegt Roel lachend. Buiten het azc is ook van alles te doen. Bewoners kunnen vrijwilligerswerk doen in onder meer een zorgcentrum, de sociale werkplaats, de plantsoenendienst en een kringloopwinkel

  • alt=""
    © COA

'Iedereen vindt ons leuk'

Door de maatregelen tegen het coronavirus stopten veel activiteiten. De asielprocedure ging op slot en er kwamen geen nieuwe bewoners naar Ter Apel. Roel zag dat de mensen ineens zonder werk zaten. Wat te doen? Hij kwam met het idee om winkelwagens te poetsen bij de plaatselijke supermarkt. “We belegden een vergadering met de hosts en zeiden: als jullie het zien zitten, gaan we het doen. Iedereen was voor. De volgende dag stond de eerste ploeg op de stoep van de Jumbo.”

Shahroze behoorde tot de eerste ploeg poetsers: “Ik vond het eerst heel spannend. Ik wist niet of mensen mij als asielzoeker zouden accepteren. Het zou allemaal wel goedkomen, zei Roel, als we iedereen vriendelijk begroeten. En dat bleek. De inwoners van Ter Apel reageerden zo vriendelijk. Ik heb het gevoel dat iedereen ons leuk vindt. Het is fijn om iets terug te kunnen doen voor Nederland.”

Veel Ter Apelers stoppen de poetser iets lekkers toe. “Sommige mensen wilden ons zelfs geld geven, maar daar doen we het niet voor. Toen heeft Roel collectebussen van het Rode Kruis geregeld.” 

  • alt=""
    © COA

Rookworst en tompouce

Begin dit jaar was Hema-teamleider Sandra Davids er helemaal klaar mee. “De afgelopen zeven jaar is het aantal winkeldiefstallen door bewoners van het azc schrikbarend toegenomen. Als ik thuiskwam, vroeg mijn zoontje niet of ik nog rookworst had verkocht, maar of ik nog winkeldieven had gepakt. Als je zo'n jongen betrapt, zijn ze niet bedeesd, maar krijg je een grote bek. Dus toen ik een asielzoeker in een blauw hesje de Jumbo uit zag rennen, dacht ik: daar gaan we weer. Maar hij ging iemand achterna die iets in zijn winkelwagen had laten liggen. Het was een host. Vervolgens bood Roel zijn hosts ook aan mij aan. Ik ben direct ingegaan op zijn aanbod. Opeens stonden er heel vriendelijke bewoners van het azc in de winkel. Zo anders dan die winkeldieven. Ik kreeg weer plezier in mijn werk. Toen ik even ziek thuis was, appte ik mijn collega”s dat ze onze hosts wel goed moesten verwennen, zoals ik dat doe. Met een tompouce.”

New York Times

“De kleine groep overlastgevers waar we de afgelopen jaren mee te maken hebben gekregen, maakt veel kapot”, erkent Roel. “Onze hosts laten een heel andere kant van het azc zien. Zij zijn echt bruggenbouwers. Normaal gesproken is er altijd veel aandacht voor de raddraaiers en niet voor de overgrote meerderheid van goedbedoelende, aardige bewoners. Maar onze hosts zijn opgepikt door heel veel media. Zelfs met een foto in de New York Times!”

Inmiddels poetsen de hosts wagens en mandjes bij zes winkels in Ter Apel. Shahroze, die ondertussen is opgeklommen tot supervisor: “Ik ben erbij als elke drie uur een ploeg wordt afgelost. Alle hosts weten inmiddels dat je in Nederland altijd op tijd moet komen. Maar soms heeft iemand een lekke band en dan val ik in.”

Diverse azc's in het land namen al snel Roels voorbeeld over. Roel kan alleen maar stralen: “Als ik door het winkelcentrum loop, zie ik overal onze vriendelijke blauwe hesjes. Ik verbaas me nog steeds over de positieve uitwerking van de poetsende hosts. Maar het gaat natuurlijk niet om het poetsen. Het gaat erom dat mensen dichter tot elkaar komen.”