De evacués worden op het terrein van Defensie ondergebracht in bestaande gebouwen. Burgemeester Halsema van Amsterdam noemt het vanzelfsprekend dat de stad een bijdrage levert aan de tijdelijke noodopvang: “Amsterdam heet de mensen uit Afghanistan die vandaag zijn aangekomen van harte welkom. Deze mensen hebben een afschuwelijke tijd achter de rug en verdienen rust in de noodopvang. Het is belangrijk om goed te kijken hoe ze een plek kunnen krijgen na de tijdelijke noodopvang op het Marineterrein. Wij zullen samen met het COA onderzoeken hoe Amsterdam hier een rol in kan spelen."
Milo Schoenmaker, bestuursvoorzitter van het COA is dankbaar voor alle hulp: “We zijn de gemeenten en Defensie zeer dankbaar dat zij de tijdelijke noodopvang voor de Afghaanse evacués beschikbaar stellen. De medewerkers van het COA doen er alles aan om deze mensen zo goed mogelijk op te vangen en voor te bereiden op hun toekomst. Dit kunnen wij niet alleen, maar hebben daarbij de hulp van partners nodig. Het is daarom mooi om te zien hoeveel hulp wordt aangeboden bij de opvang van deze mensen.’’
Achtergrond Marine Etablissement Amsterdam (MEA)
Vanaf 2015 zijn delen van het MEA overgedragen voor civiel gebruik. Het grootste deel is nu in handen van de gemeente Amsterdam. Defensie zit nog op het marineterrein met onder andere het Dienstencentrum Personeelslogistiek dat bijvoorbeeld verantwoordelijk is voor werving en selectie van personeel.
Actuele informatie
De drie noodopvanglocaties in Zoutkamp, Zeist en Ede zitten inmiddels nagenoeg vol met resp. ongeveer 450, 350 en 850 evacués. Vanaf zondag kan de locatie in Nijmegen in gebruik worden genomen met ongeveer 450 personen. Er wordt dan nog verder opgebouwd tot een maximum van 1.000 evacués.