Hierdoor is een einde gekomen aan deze hectische periode voor gemeenten, veiligheidsregio’s en het COA, maar dat de zoektocht naar nood- en reguliere opvang nog steeds door gaat.
Toen begin september de instroom op een hoogtepunt geraakte is een beroep gedaan ook de veiligheidsregio's om zogeheten 72-uursopvang in te richten in het kader van hun calamiteitenplannen. Kort daarop werd een landelijk coördinatiepunt ingericht waarin zowel de veiligheidsregio’s en het COA waren vertegenwoordigd.
In totaal zijn zo’n 6000 mensen in de verschillende crisisnoodopvang locaties opgevangen. De piek was in week 42 toen er 2562 vluchtelingen op 24 locaties verbleven. Sommige vluchtelingen zagen wel 7 of 8 locaties.
Er is van 162 crisisnoodopvang locaties in 141 gemeenten gebruik gemaakt. Sommige locaties zijn meerdere keren ingezet, een aantal ook voor een langere periode dan 72 uur. Een aantal is verder gegaan als Noodopvanglocatie van het COA. De ervaringen met deze vorm van opvang worden binnenkort geëvalueerd.
Op dit moment is de capaciteit van reguliere locaties en noodopvanglocaties toereikend om de huidige instroom van asielzoekers onderdak te kunnen bieden. Dit sluit echter niet uit dat er geen crisisopvang meer nodig is. Het is afhankelijk van het beschikbaar komen van nieuwe opvangcapaciteit, de instroom van nieuwe asielzoekers en de uitstroom van vergunninghouders naar een Nederlandse gemeente of, in geval van geen vergunningverlening, naar het land van herkomst.