De Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie Veiligheid en Justitie houden toezicht op de kwaliteit van de beschermde opvang voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen. Het betreft hier asielzoekers onder de achttien die in Nederland verblijven zonder ouders of meerderjarige familieleden.
Hertoets
In december 2016 voerden de inspecties een hertoets uit op twee locaties van Jade, dat in opdracht van het COA de beschermde opvang realiseert. De inspecties oordeelden dat van de twaalf verwachtingen van het Toetsingskader Kwaliteit Beschermde Opvang die eerder onvoldoende waren er bij de hertoets nu tien een voldoende scoorden.
Op twee verwachtingen was de kwaliteit nog onvoldoende; zo wordt de informatie over de begeleiding van de jongeren niet volledig, overzichtelijk en eenduidig vastgelegd waardoor het volledige dossier van de jongere niet in één dossier zit en zo het terugvinden van informatie wordt bemoeilijkt.
Verbeteringen en vervolg
Op 21 augustus 2017 heeft het COA de inspecties laten weten dat inmiddels verbeteringen zijn doorgevoerd, waardoor zij verwachten dat de kwaliteit van de beschermde opvang per 1 september aan alle verwachtingen zal voldoen. De inspecties zullen de verdere ontwikkelingen bij de beschermde opvang nauwgezet blijven volgen.
Zorg over verdwijningen
Verder uitten de inspecties hun zorg dat tijdens de hertoets opnieuw verdwijningen van jongeren werden vastgesteld. Hoewel juist deze opvangvorm is bedoeld om jongeren te beschermen, hebben de inspecties gesignaleerd dat ook nu nog regelmatig jongeren, met name een specifieke groep, met onbekende bestemming uit de beschermde opvang vertrekken.
Het COA laat in reactie hierop weten dat het binnen haar mogelijkheden het maximale doet om verdwijningen te voorkomen, bijvoorbeeld met vrijheidsbeperkende maatregelen. Dit is één van de maatregelen die men heeft genomen, maar het COA geeft tegelijkertijd aan geen mogelijkheden te hebben om kwetsbare jongeren gesloten op te vangen.
Effectmeting en vervolg
De inspecties verwachten dat het COA de effectiviteit van de genomen maatregelen om verdwijningen tegen te gaan onderzoekt en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie informeert over de uitkomsten van deze effectmeting.