We moeten af van de noodopvang
Een belangrijk knelpunt is de beperkte capaciteit en de hoge maatschappelijke kosten. Het COA heeft nu 195 noodopvanglocaties (ten opzichte van 92 reguliere locaties) en die kosten twee tot drie keer zoveel. Het Rijk zou een miljard per jaar kunnen besparen als we reguliere locaties zouden hebben in plaats van noodopvang. Maar het belangrijkste argument is natuurlijk dat stabiliteit voor iedereen beter is. Daarom is de Spreidingswet zo hard nodig. In de provinciale verslagen is te zien dat er nu in veel meer gemeenten asielopvang gaat komen. Die zijn er niet op hele korte termijn, maar er is perspectief.
Statushouders sneller uit de opvang en behoud van psychiatrische zorg
Ook vroegen de bestuurders aandacht voor het toenemend aantal statushouders in onze opvang en de effecten daarvan op hun integratiemogelijkheden. De maatregelen van het kabinet om de huisvestingstaken en voorrangsregeling voor statushouders bij gemeenten af te schaffen, gaan dit probleem verergeren. Tenslotte werd gesproken over de grenzen van de opvang. Het is noodzakelijk dat er specialistische psychiatrische zorg beschikbaar blijft buiten het COA nu de zorg bij Veldzicht dreigt stopgezet te worden. En dat er juridisch onderbouwde oplossingen nodig zijn voor de relatief kleine groep bewoners die voor veel overlast zorgen.
Betrek de uitvoering
De commissieleden stelden onder meer vragen over de maatschappelijke kosten van een niet werkend asielsysteem, de effecten van de Spreidingswet, hoe het ervoor staat met kleinschalige opvang, de mogelijkheden voor arbeidsparticipatie, de aanpak van overlastgevende bewoners, de vaste voorraad van 41.000 opvangplekken, flexibele huisvesting en de kosten. Joeri Kapteijns sloot af met een dringende oproep om te zorgen dat de uitvoering aan de voorkant betrokken wordt bij alle nieuwe beleidsmaatregelen en wetgeving. Uitvoeringstoetsen zijn onmisbaar.