De Spreidingswet heeft zaken in beweging gezet. Het aantal opvangplekken neemt in alle provincies toe en er komt een betere spreiding in het land. Dit is een belangrijk resultaat van de Spreidingswet. Maar we zijn er helaas nog niet op 1 juli 2025, zoals de wet voorschrijft. De overgang kost tijd. Ruim een derde van de locaties is voorlopig nog noodopvang en een deel van de locaties is pas in 2026 of later beschikbaar.

Bestuursvoorzitter Milo Schoenmaker: “We zien dat de ontwikkeling van een reguliere locatie gemiddeld 2 jaar duurt, dus we ontkomen niet aan tussenoplossingen. Het is daarom belangrijk dat gemeenten meewerken aan overbrugging van deze periode.” In de verdeelbesluiten worden behalve de opvang van alleenreizende jongeren geen aanmeldcentra en andere bijzondere opvanglocaties ‘aangewezen’. Die zijn ook hard nodig om Ter Apel en Budel te ontlasten.

  • © COA

Voorkom teveel dure mini-locaties

De 100 gemeenten die plekken vanuit de restopgave krijgen toegewezen, moeten vaak zowel reguliere opvang als opvang voor alleenreizende jongeren realiseren. Als deze gemeenten het verdeelbesluit precies uitvoeren, kan dat alleen al tientallen ‘mini-locaties’ opleveren. Daar komt bij dat een deel van de eerder ingediende plannen nog niet concreet is en dus onduidelijk of er aan één of meer locaties binnen een gemeente wordt gedacht. 

Op dit moment heeft het COA al 200 projecten in ontwikkeling naast de verschillende noodopvanglocaties die straks vervangen moeten worden. Het wordt ondoenlijk als er allemaal locaties bijkomen voor bijvoorbeeld 15 bewoners. Want behalve dat zoveel locaties moeilijk te bemensen zijn, is het ook heel duur. Schoenmaker: “Het COA is voorbereid op het ontwikkelen van extra locaties, maar deze aantallen overstijgen de verwachting. Voor de uitvoerbaarheid is het belangrijk dat gemeenten hun opgaves gaan samenvoegen en combineren.”

Komende tijd in gesprek met veel gemeenten

Het COA gaat de komende tijd de impact van de verdeelbesluiten bepalen. Hierna volgen er vele gesprekken met gemeenten. Zeker als de plannen nog niet compleet zijn, moet het COA gaan bepalen wat het vooruitzicht is. En van gemeenten horen of zij de plekken op één of meerdere locaties willen realiseren. Inzet is daarbij om kleinschalige opvang mogelijk te maken, passend bij de maat van de gemeente, maar tegelijkertijd in te zetten op combinaties van opgaven.