​Het COA is blij met de langdurige afspraak. “Het is mooi om te zien dat Wageningen wil bijdragen aan duurzame opvang”, zegt Joeri Kapteijns, bestuurder COA. “Wij streven altijd naar duurzame en structurele plekken, waardoor we minder beroep hoeven te doen op noodopvang. Door deze afspraken met Wageningen bevorderen we de participatie en integratie van asielzoekers in de regio en zorgen we voor een stabiele omgeving voor hen. Wij hopen dat meer gemeenten in ons land dit voorbeeld gaan volgen.”

Duurzame opvangplekken

De roep om goede duurzame opvangplekken is onverminderd hoog, want veel mensen hebben een veilig heenkomen nodig. Wageningen is al jaren ruimhartig in opvang van mensen die vluchten voor oorlog en geweld. Wageningen vangt op dit moment al ruim 800 asielzoekers op in 3 verschillende COA- locaties. Daarnaast worden nog eens ongeveer 200 mensen opgevangen die gevlucht zijn uit Oekraïne. De gemeente kiest er nu voor om veel van deze opvangplekken een permanent karakter te geven. De huidige tijdelijke opvangplek aan de Bosrandweg blijft vooralsnog ook bestaan. De boot gelegen aan ’t Stek, waar 122 mensen opgevangen worden, zal uiterlijk 8 oktober een ander heenkomen buiten de gemeente vinden.

Integratie en inburgering

In de overeenkomst hebben beide partijen ook afspraken gemaakt over de integratie en inburgering van asielzoekers in de samenleving, ondersteuning voor participatie en de kwaliteit van de opvang. Het COA en de gemeente hebben hierover financiële en organisatorische afspraken gemaakt.  

Langdurige afspraken

Wethouder Maud Hulshof is blij dat er langdurige afspraken zijn gemaakt met het COA: “In Wageningen werken we samen met de gemeenteraad en de stad aan een nieuw duurzaam asielbeleid. Dat betekent dat we mensen kwalitatief goed opvangen en dat ze vanaf dag 1 mee kunnen doen in de Wageningse samenleving. Deze afspraken tussen de gemeente en het COA borgen de kwaliteit en kwantiteit van de opvang in Wageningen voor langere tijd. Dat is beter voor de mensen die gevlucht zijn en beter voor onze stad.”